Zoek je de beste hotels in Luxor, aan de Nijl? Dan zit je hier goed!
Luxor wordt ook wel eens het grootste openluchtmuseum ter wereld genoemd. En terecht. De steenoude architecturale bouwwerken zijn stille getuigen van de grandioze geschiedenis van het oude Egypte. Van de tombe van Toetanchamon tot de historische vallei der Koningen, van de magische zonsondergangen in het oude tempelcomplex van Karnak tot ontspannende tochten op de Nijl, een zonnige vakantie in Luxor is een zonder twijfel een ontmoeting met de magie van de Egyptische geschiedenis.
Thebe, zoals Luxor vroeger heette, was de belangrijkste stad van het oude Egyptische rijk. Vanaf 2000 v Chr. begon Thebe zich te ontwikkelen tot een oppermachtige stad waaruit Egypte bestuurd werd. Nadien raakte de stad in verval. Pas vanaf de 19de eeuw begonnen archeologen naar de stad te trekken om alle pracht en praal uit die Egpytische tijd op te graven. Vandaag is het een bruisende stad van zo’n 150 000 inwoners, en is het de uitgelezen hotspot om het oude Egypte te ontdekken en te herbeleven.
De stad wordt in twee gesplitst door de rivier de Nijl, een oude getuige van de grandeur van toen. Al sinds de 18de eeuw trekt het magische Luxor reizigers over ganse de wereld aan. Luxor ligt niet aan de zee, maar wel zo’n 150 km meer het binnenland in. De Nijlvallei is impressionant. In Luxor worden vaak ballonvaarten georganiseerd die je een mooi beeld geven van de regio. Zo heb je meteen een overzicht van de monumentale bouwwerken van het oude Thebe.
De luchthaven van Luxor, de Luxor International Airport (LXR) ligt met een tussenstop op zo’n 10 uur vliegen van Brussel. De luchthaven ligt op zo’n 6 km van de stad.
In de wintermaanden december, januari en februari is het in Luxor aangenaam warm, de temperaturen stijgen niet boven de 24°C. De zomers zijn er dan weer heter en dan stijgt de temperatuur makkelijk boven de 35 °C. Hou je wel van wat zon, maar heb je het liever niet te heet, dan zijn de tussenseizoenen de beste momenten voor een vakantie in Luxor. In maart, april, oktober en november wordt het zelden warmer dan 30 °C, en regenen doet het het ganse jaar bijna niet.
Het tempelcomplex Karnak ligt in het Noordelijk Luxor. Na de piramiden van Gizeh is Karnak de meest bezochte archeologische plaats in Egypte. Verschillende opeenvolgende farao’s bouwden verder aan Karnakcomplex, en dat is precies wat deze plek zo speciaal maakt.
Egyptenaren zijn er behoorlijk trots op en zweren dat Karnak het grootste religieuze complex is dat ooit gebouwd werd. Het belangrijkste onderdeel van het complex is de Amon-Re tempel, gebouwd ter verering van de Egyptische god Amon. Denk aan kolossale pilaren, gigantische beelden en dit alles versierd met unieke eeuwenoude tekeningen.
Deze collectieve begraafplaats van farao’s staat op de werelderfgoedlijst, en terecht. De vallei is een mythisch centrum met tal van tempels en tombes, waaronder die van de wereldberoemde farao Toetanchamon. Sommige graven werden al vroeg geplunderd, farao’s namen altijd dure objecten mee in hun graf.
Het langste en diepste graf in de vallei der Koningen, is dat van farao Seti I. Sla deze tombe zeker niet over, want de decoratie van het graf is nog grotendeels intact gebleven.
Op deze plek vind je de tempel van Ramses III, het wordt ook wel eens ‘het kasteel van miljoenen jaren’ genoemd. Het is een van de best bewaarde Egyptische tempels. De tempel zelf werd gebruik ter aanbidding van de god Amon, terwijl het monumentale paleis diende voor ceremonies.
Zijn schoonheid heeft deze majestueuze tempel te danken aan zijn ligging, pal in het centrum van de stad, langs de oever van de Nijl. Het is een ruïne van zuilen en één obelisk. Vroeger waren er twee obelisken, maar ééntje werd door de Fransen meegenomen naar Parijs. Die vind je vandaag terug op de Place de la Concorde.
Twee enorme standbeelden, zoveel blijft er nog over van de vroegere Dodentempel. Zo’n 3400 jaar geleden werden deze beelden opgetrokken uit kwartsiet, een gesteende uit Gizeh. In de tijd van de Grieken en de Romeinen was Memnon al een toeristische bestemming, dat blijkt uit verhalen uit die tijd.
Gelegen tussen de vallei der Koningen en de vallei der Koniniginnen, ligt de vallei der Nobelen, een oud dorp waar de vaklieden leefden die werkten aan de nabijgelegen tempels en tombes. Beeldhouwers, tekenaars, schilders en metselaars, hier woonden de arbeiders die de Egyptische bouwwerken vormgaven.